Iedereen reageert anders als je hen over zelfbeschadiging verteld. De een reageert fijn en de ander ronduit belachelijk. Hulpverleners zijn daar geen uitzondering in, ondanks dat ik dat wel ontzettend lang van hen verwachtte. Want zij hebben er toch voor gestudeerd? Zij weten toch wel hoe ze er mee om moeten gaan? Niets bleek minder waar.
Ik doe het toch echt niet voor mijn lol
Bijvoorbeeld bij mijn eerste bezoekje aan de huisartsenpost. Nadat ik met moeite vertelde waarmee ik mijzelf beschadigd had, gaf de arts aan dat ik dan toch maar een andere hobby moest gaan zoeken. Verontwaardigd antwoordde ik dat ik het toch echt niet voor mijn lol deed en dat ik er niks aan kon doen dat de winkel ze onder die naam verkocht. Maar daar ging de beste man niet op in. Ook zijn laatste opmerking nadat hij mij gehecht had, werd ik ook niet bepaald blij van; Zo dat ziet er weer beter uit dan toen je binnen kwam. Maar ja, vanmorgen zag het er natuurlijk nog mooier uit.
“Je hebt het al gedaan, ik kan je nu niet meer helpen”
Ook therapeuten weten soms net het verkeerde te zeggen. Zo heb ik tijdens een telefonisch consultatie met mijn therapeut wel eens aangegeven dat ik mijzelf al beschadigd had voordat hij mij terugbelde. Mijn therapeut reageerde dat hij mij dan niet meer kon helpen en dat we het tijdens de therapiesessie wel zouden bespreken.
Hoewel ik nu achteraf zijn reactie snap, voelde ik mij toen gigantisch in de steek gelaten door hem. Waar ik behoefte aan en nodig had was dat ik kon vertellen over de afwijzingen die ik die ochtend ervaren had. Maar indirect kreeg ik voor mijn gevoel nog een afwijzing, het gevolg uitbreiding van de wond die ik al had.
Of een therapeute die de optelsom maakte dat, handen in het verband plus onverschilligheid tegenover de drang naar zelfbeschadiging weerstaan, moest concluderen dat ik mijzelf beschadigd had. Dat maakte haar boos op mij omdat het haar irriteerde hoe ik vertelde dat die onverschilligheid mij overkwam, terwijl ik mijzelf al klaarblijkelijk beschadigd had. Wat ze echter niet wist was dat ik daarvoor in haar afwezigheid, de groep en een co-therapeute, verteld had dat ik een ongelukje met het trailerladen van een paard gehad had. Dat ik daardoor brandwonden in de handen had en deze daarom dus verbonden waren.
Heel lang heb ik hierdoor moeite gehad om het te bespreken
Zo gemakkelijk kunnen ook zij die er voor gestudeerd hebben een onhandige opmerking of verkeerde optelsommetjes maken. Heel lang heb ik daardoor moeite gehad om het op een normale manier te bespreken. Altijd mijzelf eerst volledig moeten bepantseren met verweren en argumenten. In het begin was dat zeker nodig, later leerde ik door goede ervaringen bij artsen en therapeuten dat het pantser niet altijd zo dik hoefde te zijn.
Inmiddels kan ik de opmerkingen als gebrek van de ander zien en is mijn pantser minder nodig. En dat gun ik iedereen, hoe pijnlijk en hard de opmerkingen ook kunnen zijn het zijn niet onze gebreken.
– Babette, lotgenoot