Je denkt ik schrijf wel even een stukje over suïcide. Maar dan zit je voor je laptop en besef je eigenlijk dat het voor jezelf ook een beetje een taboe is. Ik denk zelfs dat er op ‘de dood’ een sterk taboe ligt, want dat is eng. Moet je nagaan als iemand daar vrijwillig heen wil gaan, nee dat vinden mensen toch lastig om te begrijpen.
Ikzelf begreep dit in mijn kind -en tiener tijd ook niet. Hoe kan het leven nou niet leuk voelen? Niet veel jaar later haalde mijn verleden mij in en mocht ik zelf met deze suïcide monsters vechten. Soms alleen, soms samen met veel andere jongeren die het ook zwaar hadden. Vaak won ik, speelden we quitte (beschadigde ik mezelf) of verloor ik. Het voelt soms als een wonder dat ik nog leef.
Helaas heb ik ook de kant van de naasten mogen ervaren. Veel van mijn medestrijders verloren de strijd uiteindelijk dan toch en gingen naar het land dat iedereen stil probeerde te zwijgen. Het blijft altijd een enorme klap. De grond die onder je verdwijnt, de schrik en later de tranen.
Ik schiet altijd in mijn praktische kant; ik bel de mensen die het behoren te weten en bied mijn hulp aan. De dagen tot de begrafenis wisselen zich af met momenten van puur verdriet, radeloosheid en soms lachen we omdat het allemaal gewoon zó raar is. Want wat is er na de dood, waar gaat diegene dan heen? Is het daar veilig, rustig.. fijn? Oja, en natuurlijk dat schuldgevoel. “Had ik niet wat kunnen doen”.
Als er iets is dat ik van de dood heb geleerd dan is dat, dat hij bestaat. Dat hij écht is en zich niet in een hoekje laat stoppen. Ook heb ik hierdoor geleerd om dankbaar te zijn voor het feit dat ik mentaal en fysiek gezond ben. Ik investeer in mooie momenten met dierbaren, want die kan de dood niet van me afpakken. Dat zijn de dingen die blijven, wanneer ik dan door de tranen heen toch weer moet glimlachen. Want ook al zijn ze er niet meer, ik heb deze mensen wel mogen ervaren, er herinneringen mee mogen delen en intens van ze mogen houden.
~ Maartje