Zebra Voorlichting

Een vraag die op het eerste gezicht vrij bizar overkomt: wanneer is zelfbeschadiging erg genoeg? Zelfbeschadiging is altijd erg. Dat is iets wat wij als lotgenoten allemaal zullen beamen. Maar voelen we dit ook echt zo?

We vergelijken allemaal. Ik hoor het regelmatig: “Ik heb mezelf nooit echt beschadigd. Ja, een paar krasjes, maar niet echt.” Of: “Ik heb geen littekens, dus bij mij was het niet echt.” Hoe kan het niet echt zijn als je je zo wanhopig voelt dat je ervoor kiest om je eigen lichaam iets aan te doen?
Op een forum over zelfbeschadiging is het regelmatig onderwerp van discussie, vergelijken. “Mijn zelfbeschadiging stelt niets voor als ik de verhalen hier lees.” “Ik voel me zo’n aansteller als ik over mijn zelfbeschadiging schrijf, want ik hoef nooit gehecht te worden.” “Bij mij valt het allemaal wel mee, ik zou soms willen dat het erger was zodat ik serieus genomen zou worden.” Het breekt mijn hart als ik dit soort dingen lees. Ook al weet ik dat het voor een deel onvermijdelijk is. Vergelijken doen we allemaal, we vergelijken die cijfers die we op school halen met die van klasgenoten, ons huis met dat van vrienden en ons inkomen met dat van collega’s.
Het gevaar bij vergelijken van zelfbeschadiging is dat het ertoe leidt dat zelfbeschadiging ‘normaal’ wordt. Ik heb dit zelf ook ervaren. Ik herinner me nog heel goed dat een therapiegenootje tegen mij zei dat ze erg geschrokken was van mijn zelfbeschadiging, want die vond ze heel heftig. Ik haalde mijn schouders op en zei: “dat valt wel mee hoor, ik ken ergere verhalen.” Achteraf schrok ik hiervan. Ik maakte het voor mezelf bijna normaal wat ik deed, want ik kende zoveel mensen die het deden, waarvan sommigen ‘ernstiger’ dan ik. Het behoeft geen uitleg dat dat het een stuk moeilijker maakt om ermee te stoppen. Waarom zou je stoppen met iets dat wel meevalt? Totdat ik aan een vraag dacht die iemand me eerder gesteld had: “stel dat je wat je bij jezelf gedaan hebt bij mij zou doen.” Ik stelde het me voor en het voelde afgrijselijk. Zoiets zou ik nooit doen. Maar ik deed het wel, bij mezelf.

Zelfbeschadiging is een uiting van pijn, wanhopig en heftige emoties, net als huilen. Sommige mensen huilen een paar stille tranen, anderen huilen met harde geluiden en veel snot. Als iemand gehuild heeft vraag je niet: “hoe hard huilde je dan?” of “kan je nu nog zien dat je gehuild hebt?” Je vraagt naar iemands pijn, wat iemand aan het huilen maakte. Zo is het ook met zelfbeschadiging. Het gaat niet om de manier waarop je jezelf beschadigd of hoe (on)zichtbaar dat is. Het gaat om de pijn die erachter ligt.

Als je iemand met littekens ziet, kun jij dan denken: ‘dat is iemand net als ik, die heeft veel pijn (gehad)’ of ga je meteen vergelijken? Kan jij voorbij je eigen wonden en littekens kijken naar wat erachter zit? Respecteer jij je littekens zoals ze zijn of moeten ze anders zijn, kleiner, groter, dikker, dunner? En hoe zou het zijn als jij de littekens van een ander zou hebben? Zou dat jou van binnen veranderen? Zou dat jouw pijn meer of minder maken?
Achter de littekens, of beter gezegd, achter de huid (want niet bij iedereen is de zelfbeschadiging nog zichtbaar) zijn we allemaal hetzelfde. We hebben allemaal pijn waar we niet goed mee om kunnen gaan of niet goed mee om konden gaan. Gelukkig kan ik nu het laatste zeggen.

www.meizorg.nl